Skip to main content

Geschiedenis

De eerste 50 jaar

De eerste voorbeelden van kunst in de reclame (1891 - 1910)
Een van de eerste advertenties, 1908Oprichter Gerard PhilipsIn 1891 wordt in Eindhoven de firma Philips & Co opgericht met als doel het fabriceren van en handel drijven in gloeilampen en andere elektrotechnische artikelen. Na enige voorbereiding start in 1892 de productie van kooldraadlampen. Omdat de kooldraadlamp geen consumentenproduct is, blijft de reclame hoofdzakelijk beperkt tot enkele catalogi en advertenties in vakbladen. Op de omslag van een catalogus uit 1902 is voor de eerste keer sprake van kunst in de Philips reclame. De ontwerper van de tekening op de omslag van de catalogus is boekhouder Eef Stoot. Hij had als hobby o.a. tekenen en hij heeft tussen 1900 en 1910 diverse reclametekeningen gemaakt die als briefkaart zijn uitgegeven.
In 1908 komt Philips met de metaaldraadlamp op de markt. Doordat deze lamp beter en goedkoper was dan de kooldraadlamp, kwam hij in het bereik van de consument. Philips begint vanaf 1908 dan ook veel geld uit te geven aan reclame. Er verschijnen bijna wekelijks advertenties in de grote dagbladen (NRC, Handelsblad, Telegraaf) en de eerste affiches en reclamebriefkaarten worden uitgegeven. Sommige tekeningen zijn van Eef Stoot maar er zijn ook afbeeldingen van professionele tekenaars. Helaas zijn de namen van deze tekenaars vaak niet meer te achterhalen. Wel is bekend dat het vaak Duitse tekenaars waren die via reclamebureau De la Mar werden ingehuurd.

Klederdrachten in de reclame (1910 - 1916)
Reclamebriefkaart voor metaaldraadlampen, ca. 1910Jacques Vink, 1947
Door de stormachtige groei die Philips doormaakt, breidt de commerciële staf flink uit en ontstaat er een zelfstandige reclameafdeling. Jacques Vink die in 1907 als tweede correspondent was aangenomen, gaat zich bezighouden met de opbouw van de verkooporganisatie in Nederland en met de internationale reclameafdeling. Vink komt op het idee om klederdrachten in de Philips reclame te gaan toepassen. Boertjes, boerinnetjes en vissers worden in klederdracht op affiches en briefkaarten afgebeeld. De tekst bij het beeld maakt duidelijk dat de metaaldraadlamp veel zuiniger is dan zijn voorganger de kooldraadlamp. Vink laat ook een serie van twaalf briefkaarten met klederdrachten maken door fotograaf Maurits Binger. Als fotomodel treedt o.a. op de in Nederland beroemde filmactrice Annie Bos. Een andere serie briefkaarten van meisjes in klederdracht is van de hand van de kunstschilder Johan Gerstenhauer.  
De technische vernieuwingen op gloeilampengebied volgen elkaar in snel tempo op: in 1912 de metaaldraadlamp met getrokken draad, in november 1913 de halfwattlamp (voor buitenverlichting) en in mei 1915 de argalamp (voor binnenverlichting). Iedere innovatie gaat gepaard met de nieuwe reclame. Hoofdzakelijk worden de bekende reclamemiddelen als advertenties, affiches, reclamebriefkaarten en sluitzegels ingezet. Maar ook weggevertjes zoals zakspiegeltjes worden steeds meer gebruikt. Afbeeldingen van boeren, boerinnetjes en vissers in klederdrachten blijven de belangrijkste kunstuitingen op al deze voorwerpen. Philips zet in 1913 wel een geheel nieuw reclamemedium in, namelijk de film. De cineast Willy Mullens maakt opnames van de harmonie, het middaguurtje in de schaftlokalen, het uitgaan van de fabrieken en kantoren, van de expeditieafdeling en nog veel meer.

De eerste opdrachten aan kunstenaars (1916 - 1918)
Advertentie voor nachtlampen, ontwerp Leo Gestel, ca. 1920.Een van de reclamebriefkaarten die in 1916 in de optocht werden nageaapt
In 1916 viert Philips haar 25-jarig bestaan. In de gekostumeerde optocht die bij dit feest gehouden wordt, wordt dankbaar gebruik gemaakt van de reclameplaten met klederdrachten. Vanaf 1916 ontstaat er bij Philips belangstelling voor kunst in de reclame. Philips liet zich hierbij beïnvloeden door het blad De Bedrijfsreklame dat in 1916 verschijnt. Philips geeft regelmatig opdrachten aan kunstenaars om reclame te ontwerpen. Onder anderen Theo Nieuwenhuis, Albert Hahn, Pieter Das, Jan Bertus Heukelom en Leo Gestel hebben hun kunstenaarschap in dienst van Philips gesteld. Omdat Philips nog geen eisen stelde aan de belettering van de affiche en de weergave van het woordmerk Philips, gaf iedere kunstenaar hier zijn eigen invulling aan. Het gevolg was natuurlijk dat Philips niet bepaald eenvormig in de reclame werd gepresenteerd.

De eerste reclameontwerper in dienst (1918 - 1925)
Reclamefolder voor radiobuizen, 1924, ontwerp Hans OertleHans Oertle: de eerste professionele reclameontwerper
In de periode van 1918  tot 1925 brengt Philips allerlei nieuwe producten op de markt (radiobuizen, neon-glimlampen, zonlichtlampen, nachtlampen en spaarlampen). En in 1922 komt de argentalamp als opvolger van de argalamp beschikbaar. Voor al deze producten moest reclame worden ontworpen. Om het ontwerpen van reclamemateriaal te versnellen besluit men in 1922 een professionele reclameontwerper in dienst te nemen. Dit besluit werd ook ingegeven doordat in 1922 het vakblad De Reclame als opvolger van De Bedrijfsreklame verscheen. Volgens dit nieuwe tijdschrift moest reclame zakelijk in plaats van kunstzinnig benaderd worden. De eerste reclameontwerper wordt de Duitser Hans Oertle. Hij zal twee jaar bij Philips blijven en diverse affiches, folders en verpakkingen ontwerpen. Heel af en toe krijgt een kunstenaar nog een opdracht, bijvoorbeeld Chris Lebeau (1920) en William Heath Robinson (1924). In 1924 komt er ook een film over Philips gereed die in opdracht van de Vereeniging Nederlandsch Fabrikaat werd vervaardigd. De film van de cineast Otto van Neijenhoff toont niet alleen het werk in de fabrieken en laboratoria, maar ook voorzieningen voor het personeel.

Het ontstaan van de reclamestudio (1925 - 1927)

Louis Kalff, 1925Door de opkomst van de radio-industrie maakt Philips een enorme expansie door. In eerste instantie maakt Philips alleen radio-onderdelen maar in september 1927 introduceert Philips haar eerste radiotoestel op de Jaarbeurs te Utrecht. Door de groei van het productassortiment groeit ook de behoefte aan meer reclameontwerpers. De Engelsman Joseph Milner vervangt de vertrokken Hans Oertle. Op 1 januari 1925 begint Louis Kalff zijn werk als reclameontwerper, een paar maanden later gevolgd door de jeugdige Mathieu Clement. Vanaf dat moment is er dan ook sprake van een reclamestudio (als onderdeel van de reclameafdeling) waar Kalff de leiding van had.
Kalff probeert een samenhang te creëren tussen het ontwerp van een product, het bijbehorende reclamemateriaal en de inrichting van etalages en tentoonstellingen. Ook probeert hij het Philips woordmerk te standaardiseren. In 1927 komt de Rus Wladimir Bielkine de reclamestudio versterken. Hij houdt zich het eerste jaar vooral bezig met het illustreren van advertenties. Later ontwerpt hij ook brochures, folders en ander klein reclamedrukwerk.






De reorganisatie (1928)

Sies Numann in 1936In 1928 wordt de reclameafdeling gereorganiseerd naar voorbeeld van de organisatie bij General Electric. Met ingang van 1 december 1928 wordt de Propaganda Centrale opgericht bestaande uit de afdelingen Commerciële Propaganda, Literaire Propaganda, Technische Propaganda en Artistieke Propaganda. Deze laatste afdeling is een voortzetting van de reclamestudio. Kalff blijft hoofd van deze afdeling. Sies Numann wordt hoofd van de afdeling Commerciële Propaganda en hij is degene die voor de eerste keer een geïntegreerde reclamecampagne (nl. voor radiotoestel type 2514) op touw zet.

Philips fabriek, foto Eilers, 1927.In de loop van 1928 zijn twee Duitse reclameontwerpers een welkome aanvulling op de ontwerpcapaciteit. Het zijn Karl Eichhorn en Carl Probst. Kalff schakelt ook de Amsterdamse fotograaf Bern. F. Eilers in voor het maken van reclamefoto's. Eilers fotografeert ook diverse Philips gebouwen en mensen aan het werk. Van deze foto's worden twee series briefkaarten uitgegeven.

 



Enorme groei (1929)Walter von Wenz, ca. 1934

Advertentie voor argentalampen, ontwerp Cornelis van Leeuwen, 1929Philips blijft groeien in omzet, winst en personeel. Ook de afdeling Artistieke Propaganda neemt steeds weer nieuwe ontwerpers aan. Achtereenvolgens komen Cornelis van Leeuwen, Jac Nuiver, Guust Hens, Emiel Wagner, Jan van Wees, Johann van der Leij en Jan Kickhefer de gelederen versterken. De talentvolle ontwerper Mathieu Clement komt helaas in de zomer van 1929 te overlijden. Ook in de leiding van de afdeling komt verandering. Kalff wil zich meer gaan bezighouden met lichttechnische zaken en het ontwerpen van producten. Zijn opvolger op de afdeling Artistieke Propaganda wordt Walter von Wenz zu Niederlahnstein. Deze Duitse baron had in de jaren twintig onder de artiestennaam Walter naam gemaakt als afficheontwerper voor linkse partijen en vakbonden.

Crisis (1930 - 1932)

Beelden uit de film Europa Radio van Hans Richter, 1931De gevolgen van de beurskrach op Wallstreet in oktober 1929 begint in de loop van 1930 bij Philips voelbaar te worden. In een periode van twee jaar neemt de werkgelegenheid met 50% af. Dit betekent dat er van de twintigduizend arbeidsplaatsen er ongeveer tienduizend verdwijnen. Ook de afdeling Artistieke Propaganda moet afslanken. Negen reclameontwerpers nemen of krijgen ontslag. Daar staat tegenover dat er drie nieuwe ontwerpers worden aangenomen, namelijk Mary Aubele, Walter Eckhard en Hans Eylert. In 1931 krijgt de beroemde Franse affichekunstenaar Cassandre opdracht om een affiche voor de Philips Miniwatt-radiobuis te ontwerpen. Philips gaat vanaf het begin van de jaren dertig steeds meer het belang van de film als reclamemiddel inzien. De regie van de films wordt vaak toevertrouwd aan filmers die vernieuwend bezig zijn, zoals Joris Ivens en Hans Richter. Ivens' film, die de titel Philips Radio krijgt, gaat in september 1931 in Amsterdam in première. Richter maakt de films Europa Radio (1931), Hallo Hallo (1933) en Van Bliksemschicht tot Televisiebeeld (1936).

 

 
De laatste jaren (1933 - 1939)
Reclamefolder voor radio, ontwerp Johann von Stein, 1939Aan het begin van 1933 werken er nog vijf ontwerpers op de afdeling Artistieke Propaganda. Een belangrijk deel van het reclamewerk wordt voortaan uitbesteed. Af en toe krijgt een of andere kunstenaar nog een opdracht, zoals bijvoorbeeld Jos van Woerkom, Kees van der Laan, Paul Schuitema en Johann von Stein. Eind 1934 krijgt de afdeling Artistieke Propaganda weer een nieuwe medewerker. Het is Eric Bach en hij krijgt als eerste opdracht het ontwerp van een affiche voor verpakkingsdozen. Als Walter von Wenz zu Niederlahnstein in 1939 twee Duitse ontwerpers vanwege hun nationaal-socialistische houding moet ontslaan, heeft de afdeling Artistieke Propaganda nog maar drie ontwerpers. Philips besluit de afdeling onder te brengen bij de Eindhovensche Drukkerij. Hoewel deze drukkerij een 100% dochter van Philips was, kwam met deze reorganisatie in feite een einde aan de Philips reclamestudio die in 1925 met Kalff, Milner en Clement was gestart.

 

 

 

Slot

Willy Pot, foto Max Koot, ca. 1950Affiche voor televisie, ontwerp Willy Pot, ca. 1953De ontwerpers van de afdeling Artistieke Propaganda van de Eindhovensche Drukkerij werken voor een groot deel nog steeds voor Philips, maar zij krijgen nu ook opdrachten van andere bedrijven. Von Wenz neemt in 1941 ontslag en begint in Eindhoven een antiek- en kunsthandel. Na de bevrijding van Eindhoven, in het najaar van 1944, wordt Lonie Godkewitsch baas van de afdeling. Hij bouwt weer een nieuwe en uitgebreide studio op. De afdeling Artistieke Propaganda zal nog jarenlang blijven bestaan, al zal de naam af en toe wel eens gewijzigd worden.
Voor Philips zullen in de jaren vijftig en zestig nog vele ontwerpers actief zijn, zoals: Sini de Beer, Hans Bolleman, Sjoerd Bijlsma, Otto Dicke, Hen Euverman, Arthur Goldsteen, Jan Kothuis, Frans Manders, Willy Pot, Louis van Roode, Auke Tadema, Emmerich Weninger, Daan Wildschut, Jan Wijga en Ans van Zeijst. Sommigen zijn in dienst van de Eindhovensche Drukkerij, anderen zijn zelfstandig of werken bij een drukkerij of reclamebureau. Bij Philips zal men na de oorlog geen reclameontwerpers meer op de loonlijst aantreffen.